Juli

Niet te vaak sproeien

Sproei zo min mogelijk: alleen bij langdurige droogte, als de planten echt slap blijven hangen of bruin worden. Nog beter: kies planten die goed tegen droogte kunnen, zoals lavendel. Als  je toch moet sproeien: doe dat liever één keer lang dan regelmatig een klein beetje. Anders worden alleen de bovenste centimeters van de grond vochtig, en komt het water nauwelijks bij de wortels. Graaf maar eens een gaatje om te kijken tot welke diepte de grond nat geworden is.

Bloei verlengen

Sommige planten kun je in juli terugknippen en zullen dan een tweede keer bloeien, zoals vrouwenmantel (Alchemilla), kattenkruid (Nepeta) en ooievaarsbek (Geranium). De tweede bloei is wel wat minder uitbundig dan de eerste. Handig om vlak voor de vakantie te doen, dan zijn daarna de nieuwe blaadjes al gegroeid.

Als je uitgebloeide bloemen afknipt, gaat een plant nieuwe bloemen maken, en bloeit langer door. Dit werkt goed bij rozen, daglelies en eenjarigen. Sommige planten hebben uitgebloeid nog een mooi silhouet. Die wil je misschien liever laten staan. Bij rozen die rozenbottels krijgen, kun je de uitgebloeide bloemen ook beter laten staan.

Fruit snoeien voor betere oogst

Appel- en perenbomen krijgen grotere vruchten als je één vrucht per 10 cm behoudt en de rest wegknipt. Fruitbomen moeten veel zonlicht en lucht bij de vruchten krijgen. Kies een aantal horizontale takken als hoofdtakken, en knip de rest weg. Dat mag in de winter, maar kan bij appel- en perenbomen ook prima deze maand.

Knip bij druiven alle lange uitlopers na het eerste of tweede trosje af. Bij zomerframbozen, zwarte bessen en kruisbessen knip je na de oogst de oude takken weg. De nieuwe scheuten die dit jaar gegroeid zijn, laat je staan. Daar komen volgend jaar vruchten aan.
Kersen-, perziken- en pruimenbomen snoei je bij voorkeur vlak na de oogst.

Zomersnoei in juli

Alle bomen kunnen prima in de zomer gesnoeid worden. Dat het meestal in de winter gedaan wordt, is omdat de vorm dan makkelijker te beoordelen is. Maar je kunt je bomen gerust nu snoeien. 
Van de blauwe regen mag je de lange uitlopers inkorten.
In bontbladige struiken en bomen komen soms takken met groene blaadjes. Knip deze helemaal weg, want dit zijn uitlopers van de onderstam die de bonte blaadjes zullen verdringen.

Slakken en onkruid

Je kunt slakken bestrijden met slakkenkorrels of door ze te vangen. Maar de meest natuurlijke bestrijding is het lokken van vogels, padden en egels die de slakken opeten. Helpt dat niet genoeg, kies dan een andere plant met steviger blad.

Onkruid consequent weghalen is de meest effectieve manier om van zevenblad, haagwinde of heermoes af te komen. Elke plant heeft zonlicht nodig om te groeien, en door consequent alle bovengrondse delen weg te halen, zal de plant uiteindelijk uitgeput raken en verdwijnen. Hoe meer wortels je verwijdert, hoe groter het effect. Voorkomen dat onkruid gaat bloeien en uitzaaien.

Uitzaaien, welkom of niet?

Sommige planten zaaien zichzelf uit. Je kunt de zaden opvangen en ergens anders uitzaaien. Leuke soorten zijn vingerhoedskruid, akelei en papaver. Bij planten die zich hinderlijk uitzaaien knip je de uitgebloeide bloemen direct af. Zo kunnen ze geen zaad vormen.

Rozen, eenjarigen, en planten in een pot hebben nu extra mest nodig. Potplanten hebben bijna dagelijks water nodig, zelfs als het heeft geregend, omdat het meeste regenwater via de bladeren naast de pot valt. Wil je een onderhoudsarme tuin? Schaf dan de losse potten af en zet alle planten in de grond.

Tip voor het maaien

Maai bij voorkeur ’s avonds laat of ’s morgens vroeg: bij warm en zonnig verdrogen de snijvlakken meer en zal het grasveld er dor uit gaan zien. Een tip voor makkelijker onderhoud: maak een rand van klinkers iets lager dan het gras, dan kunnen de wielen van de grasmaaier eroverheen rollen en hoef je geen kanten te knippen. Ook opsluitranden zorgen voor strakke graskanten. Dan moet je de rand nog wel met een trimmer of grasschaar bijwerken. Op slechte grond heeft het gras de hele zomer door mest nodig. Geef dit vlak voordat het gaat regenen.